Onlangs stelde het kersverse PvdA-kamerlid Marith Rebel-Volp een aantal Kamervragen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de opmars van e-sigaretten.
Uit deze Kamervragen blijkt dat de dossierkennis van mevrouw Rebel-Volp niet up-to-date is, en ten tweede blijkt uit de woordkeuze dat mevrouw Rebel-Volp haar oordeel over elektrisch roken al klaar heeft liggen.
Wij vinden het noodzakelijk om deze Kamervragen namens de gebruikers van e-sigaretten te beantwoorden. Immers, het gaat hier om ons. Het gaat om het alternatief dat wij gebruiken, waardoor wij in staat zijn minder of geen tabak te consumeren.
Het zou mevrouw Rebel-Volp sieren als zij in contact zou treden met ons hierover, zodat ze de ware potentie van e-sigaretten kan ontdekken, zonder de vooroordelen.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Uitvinder van elektrische sigaret investeert in mediacampagne»? Artikel stond in het FD van 16 oktober 2013
Ja, wij zijn bekend met dit artikel. In dit artikel wordt Dimitri Kyriakopoulos genoemd als “uitvinder” van de e-sigaret. Deze bewering is pertinent onjuist. De Chinese apotheker Hon Lik is de uitvinder van de e-sigaret zoals deze sinds ruim 10 jaar in vele verschijningsvormen verkrijgbaar is. Dimitri Kyriakopoulos is slechts een handelaar in één type e-sigaret, zoals er zo velen zijn in de e-sigarettenbranche.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de opmars van e-sigaretten in het licht van de op 8 oktober jl. door het Europees Parlement aangenomen tabaksrichtlijn, waarin e-sigaretten weliswaar worden gereguleerd, maar in tegenstelling tot het voorstel van de Europese Commissie niet worden aangemerkt als medische producten? Deelt u de mening dat het zeer teleurstellend is dat e-sigaretten niet onder de Europese geneesmiddelenrichtlijn worden geschaard? Zo nee, waarom niet?
Nee, wij delen deze mening niet.
Sterker nog, wij vragen ons af waarom het in uw ogen teleurstellend is dat de e-sigaret niet als medicijn wordt gereguleerd. Immers, de situatie in België laat zien wat ons wacht als dat wél het geval is. In België is verstrekking en verkoop van nicotinehoudende vloeistof uitsluitend voorbehouden aan de apotheek. Het resultaat is dat in België géén nicotinehoudende vloeistoffen beschikbaar zijn. Geen enkele apotheek wenst dit in z’n assortiment op te nemen. Medische regulering staat derhalve gelijk aan een de-factoverbod. Hoe dit positief uitgelegd kan worden is ons een raadsel.
Stapels onderzoek tonen aan dat de e-sigaret in haar huidige vorm (en zelfs in de vorm van enkele jaren terug) in ordes van grootte minder schadelijk is bij gebruik, vergeleken met een reguliere sigaret.
Onder meer de Franse longarts en voorzitter van Office français de prévention du tabagisme, Bertrand Dautzenberg, heeft in een rapport van mei 2013 geconcludeerd dat elektrisch roken oneindig veel minder schadelijk is dan gewoon roken.
Daarnaast heeft OFT zich samen met de Franse dampersorganisatie Aiduce begin oktober 2013 fel uitgesproken tegen medische regulering.
Vrije verkrijgbaarheid van e-sigaretten zorgt ervoor dat meer rokers overstappen naar het nagenoeg onschadelijke alternatief. Wat is volgens kamerlid Rebel-Volp teleurstellend aan die ontwikkeling?
Vraag 3
Deelt u de mening dat moet worden voorkomen dat e-sigaretten rookgedrag normaliseren? Zo ja, wat gaat u hieraan doen, en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Neen, wij delen deze mening niet. Als e-sigaretten iets normaliseren, is het juist het niet-roken. Het in brand steken van tabak is wat roken schadelijk maakt. Daar is géén sprake van bij elektrisch roken. Er is géén sprake van verbranding. Er is géén sprake van rook. Er is wel sprake van damp, stoom zogezegd. Wij hopen dat we u het verschil tussen rook en stoom niet hoeven uit te leggen.
Vraag 4.
Bent u ervan op de hoogte dat Philip Morris 160 lobbyisten heeft ingezet om bij het Europees Parlement de belangen van de tabaksindustrie te behartigen? Wat is uw rol geweest bij de Europese besluitvorming rond de tabaksrichtlijn?
Ja, wij zijn op de hoogte van de aanwezigheid van deze lobbyorganisatie.
Als u zich verdiept had in de e-sigaret-branche, had u geweten dat Altria/Philip Morris een zéér kleine speler is in die branche, met alleen het merk MarkTen onder haar vleugels. Daarnaast had u kunnen vaststellen dat deze lobbyorganisatie zich alleen heeft ingezet voor de belangen van de klassieke tabaksindustrie. Het is juist in het belang van de oude tabaksindustrie dat e-sigaretten kapot gereguleerd worden.
Immers, e-sigaretten knagen aan de omzet en de winst van deze giganten.
De rol van Acvoda bij de Europese besluitvorming rond de tabaksrichtlijn is zeer beperkt, maar wij hebben samen met de andere Europese dampersorganisaties onze stem laten horen in Brussel en Straatsburg.
Graag willen we benadrukken dat Acvoda een comité is van dampers, en dus allerminst een verlengstuk van de e-sigarettenbranche, de tabaksindustrie of de farmaceutische industrie.
Vraag 5
Bent u bereid, vooruitlopend op de uitkomsten van het onderhandelingsproces tussen de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement (de zogenoemde triloog), te zoeken naar wettelijke mogelijkheden die het gebruik van e-sigaretten in ons land aan banden leggen? Zo ja, overweegt u in aanvulling op de door u reeds aangekondigde Algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder de Warenwet ook e-sigaretten onder de Geneesmiddelenwet te brengen? Zo nee, waarom niet?
U stelt dat u het gebruik van e-sigaretten aan banden wilt leggen. Waarom? Welke dwingende reden is er om ex-rokers wél toe te laten zich te vergiftigen met tabaksrook, en hun tegelijkertijd toegang en gebruik van het veilige alternatief te ontzeggen?
Vraag 6
Bent u voorts bereid de mogelijk schadelijke additieven in e-sigaretten binnen zes maanden in kaart brengen? Zo nee, waarom niet?
Mogelijk schadelijke additieven in e-sigaretten? Op welke additieven doelt u? Het is bij e-sigaretten niet zoals bij reguliere tabak dat we niet weten wat er in zit.
De vloeistof in een e-sigaret bevat propyleenglycol, plantaardige glycerine, demiwater, minuscule hoeveelheden alcohol, desgewenst nicotine (0 tot 4,5%) en smaakstoffen. Als u de smaakstoffen tot additieven wilt rekenen, ga uw gang, echter dit is in de strikte zin van het woord geen additief maar een regulier ingrediënt.
De verhoudingen en de gebruikte smaakstoffen variëren per liquid.
De (on)schadelijkheid van deze vloeistoffen is bekend, de (on)schadelijkheid van nicotine is bekend, ook bij de FDA en dientengevolge het RIVM.
Wij zijn overigens wél van mening dat de fabrikanten van vloeistoffen de ingrediënten inclusief de gebruikte smaakstoffen zouden moeten vermelden op de etiketten. Daarnaast onderstrepen we dat onderzoek naar toxiciteit en carcinogeniteit van de gebruikte smaakstoffen in de concentraties relevant voor elektrisch roken, wenselijk zou zijn.
Immers, het gebruik van e-sigaretten is naar onze mening bedoeld als een zo onschadelijk mogelijk alternatief voor reguliere sigaretten.
Vraag 7
Bent u bekend met de artikelen «E-cigarettes and the marketing push that surprised everyone» 2 , «Electronic cigarettes for smoking cessation: a randomized controlled trial» 3 en «Use of electronic cigarettes among state tobacco cessation quitline callers»?
Ja, wij zijn bekend met deze onderzoeken.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de conclusies van de genoemde onderzoeken?
U noemt één opiniestuk van Martin McKee, en als u de reacties van ondermeer Gerry Stimson, Lorien F Sea, Clive Bates, en Konstantinos E. Farsalinos op dat opiniestuk op de site van BMJ gelezen had, dan zou u weten hoe wij hierover denken.
Voorts noemt u twee onderzoeken. Het onderzoek van Bullen toont aan dat zélfs de 1ste generatie e-sigaret al zeer effectief was in het bieden van een alternatief voor reguliere sigaretten; zo effectief dat het de effectiviteit van NRT’s overstijgt. Zou dat onderzoek herhaald worden met hedendaagse e-sigaretten, dan verwachten wij dat de effectiviteit van NRT’s t.a.v. onthouding van gewone sigaretten zal verbleken bij de effectiviteit van e-sigaretten.
Het tweede onderzoek dat u aanhaalt kennen wij ook. Wij vragen ons echter af of u het onderzoek gelezen heeft, of slechts de conclusie. Het geval is namelijk dat de conclusie in geen enkele relatie staat tot het onderzoek dat gedaan is. Zie het blog van dr. Michael Siegel voor een analyse. Daarnaast willen wij u erop wijzen dat de onderzoekers in dienst zijn van Alere Wellbeing, een commerciële instelling die zich bezighoudt met “Smoking Cessation Services”. Over belangenverstrengeling gesproken.
Vraag 9
Wat is uw reactie op de gewiekste marketingstrategie van tabaksgiganten om producenten van e-sigaretten op te kopen, om op die manier concurrentie in de kiem te smoren en e-sigaretten beter op de vraag naar echte sigaretten te laten aansluiten?
De woordkeuze is opmerkelijk: “Gewiekste marketingstrategie”. Het woord gewiekst wordt vrijwel nooit zonder negatieve lading gebruikt. Het woord marketingstrategie overigens evenmin.
Echter, u heeft niet helemaal begrepen wat er zo gewiekst is aan de tabaksindustrie. De manier van de tabaksindustrie om de concurrentie in de kiem te smoren is namelijk het pushen van medicinale regulering. Immers, de tabaksgiganten kunnen de kosten voor medicinale regulering wél betalen, en er vervolgens voor zorgen dat hun product net niet adequaat genoeg is om rokers over de streep te trekken. Gevolg: minder rokers stappen over, en hun omzet is gewaarborgd.
Feit is echter nog steeds dat tabaksgiganten een zéér kleine portie van de e-sigarettenmarkt bedienen. De e-sigarettenmarkt wordt bediend door honderden zo niet duizenden bedrijven, en niet door de oude garde.
Wij hopen u op deze manier een antwoord te hebben verstrekt op uw Kamervragen. Mocht u meer willen weten, of de ervaringen van gebruikers van e-sigaretten willen horen, dan willen wij u graag uitnodigen contact met ons op te nemen.
We bijten niet hoor.
We bijten alleen van ons af zodra het om de gezondheid van ons en onze kinderen gaat.
Uitvinder van de damper: Herbert Gilbert, 1963
Yes, me, an American, living in the good old USA – invented in 1963 and patented in 1965. Not someone in China, as many seem to think. In 1963 in my patent I described my invention as “a smokeless non-tobacco cigarette” that involved “replacing burning tobacco and paper with heated, moist, flavored air.” My device produces a smoke-like vapor that can be inhaled and provides a vehicle for nicotine delivery into the bloodstream via the lungs.
Zie patent: http://www.google.com/patents/US3200819