Zoals we in de agenda beloofden, volgt hier het verslag van ons gesprek met Alliantie Nederland Rookvrij dat op 31 oktober 2016 plaatsvond.
Datum | 31 oktober 2016 |
Tijdstip | 14.00u – 15.00u |
Locatie | Longfonds |
Aanwezig | Namens Acvoda: James Young, Martijn Voncken, Muriël Schipper
Namens ANR: Agnes de Bruijn (Longfonds), Mark Monsma, Sanne Heijndijk (beiden Alliantiebureau) |
- Inmiddels is het ruim een jaar geleden sinds het vorige face-to-face overleg tussen Acvoda en ANR. We stellen vast dat de doelen van Acvoda en ANR (nog steeds) in belangrijke mate overeenkomen: we streven beiden naar een samenleving waarin niemand meer (over)lijdt aan de gevolgen van (mee)roken. Waar onze posities uiteenlopen, betreft met name de vraag in hoeverre ook het gebruik van nicotine bezwaarlijk is en aandacht behoeft. Ondanks dergelijke verschillen, proberen we polarisatie van de discussie zo veel mogelijk te voorkomen en kijken we vooral op welke punten we elkaar wél kunnen vinden en ondersteunen.
- Het standpunt van ANR ten aanzien van de e-sigaret bouwt voort op de wetenschappelijke stand van zaken, met name zoals gepresenteerd of samengevat door het RIVM en het Trimbos-instituut (de leidinggevende organisaties). Voor kinderen geldt dat niet roken én niet dampen de norm zou moeten zijn. Ten aanzien van rokende volwassenen wordt de CBO-Richtlijn Behandeling van Tabaksverslaving gevolgd. Op dit moment is er nog onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van de e-sigaret als hulpmiddel bij stoppen met roken. Uiteraard is het positief als de e-sigaret in individuele gevallen kan leiden tot stoppen met roken. De e-sigaret wordt gezien als een minder schadelijk alternatief voor mensen die niet op een andere manier willen of kunnen stoppen met roken.
Het standpunt is op dit moment beschikbaar via de website van KWF Kankerbestrijding (https://www.kwf.nl/over-kwf/Pages/Standpunt-elektronische-sigaret.aspx). Het document zal ook worden meegestuurd bij het verzenden van het conceptverslag (actie ANR). Het staat Acvoda uiteraard vrij om te verwijzen naar dit standpunt.
- Acvoda zou graag zien dat ANR en de gezondheidsfondsen zich nadrukkelijker proactief in de media uit zouden spreken over (de mogelijke rol voor en mindere schadelijkheid van) de e-sigaret. Het gevoel heerst sterk dat er de afgelopen jaren maar weinig ‘vooruitgang’ is geboekt op dit terrein. Vanuit ANR en de gezondheidsfondsen kan “het gebruik van een verslavend consumentenproduct, dat gezondheidsrisico’s met zich meebrengt”, niet worden gepromoot. Wel doen ze altijd hun best om eerlijke informatie te verschaffen over de e-sigaret. Het genuanceerde standpunt over de e-sigaret wordt echter niet zo interessant gevonden in de media. Daarnaast geldt dat de rol van publieksvoorlichting primair bij het Trimbos-instituut ligt en niet bij ANR en de gezondheidsfondsen.
- Vanuit Acvoda wordt aangegeven dat ze worden geconfronteerd met slecht geïnformeerde zorgprofessionals. Ze ontvangen steeds meer telefoontjes van professionals (o.a. longartsen) met een verzoek om informatie. Ook voor het informeren van de zorg, geldt dat het Trimbos-instituut de eerste verantwoordelijke is. Een andere belangrijke speler op dit terrein is het Partnership Stop met Roken (PPP). Op 1 december wordt een herziene versie van de richtlijn ‘Behandeling van tabaksverslaving en stoppen met roken ondersteuning’ gelanceerd, waarbij zowel het Trimbos-instituut als het PPP betrokken zijn geweest. In deze herziene versie zal ook aandacht worden besteed aan de e-sigaret. We zien dit als een belangrijke ontwikkeling richting het zorgveld en hopen/verwachten dat dit de nodige houvast kan gaan bieden (al ligt het niet in de lijn der verwachting dat de e-sigaret zal worden gepositioneerd als een bewezen-effectief hulpmiddel bij stoppen met roken).
Zorgprofessionals zijn waarschijnlijk het meest gebaat bij producten die als geneesmiddel op de markt worden gebracht, aldus ANR. Vanuit Acvoda wordt benadrukt dat de standaardisatie die dit met zich meebrengt voor de gebruiker juist nadelig/beperkend zou kunnen werken. Daarnaast wordt verwezen naar ontwikkelen in het Verenigd Koninkrijk, waar het gebruik van de e-sigaret (gekozen door de stopper zelf) wordt gecombineerd met gedragsmatige ondersteuning. Voor de technische ondersteuning wordt hier gebruik gemaakt van een soort mentorsysteem.
- Op politiek gebied zijn er een aantal lopende zaken:
o Het wetsvoorstel om ook de e-sigaret zonder nicotine onder de wet- en regelgeving te brengen, vindt bij beide partijen veel steun. Onder meer de verstrekking van de shisha-pen aan jongeren (bijvoorbeeld op kermissen) is ons een doorn in het oog. We hopen dan ook dat de verdere behandeling van het wetsvoorstel op korte termijn zal plaatsvinden.
o De brief van de staatssecretaris waarmee hij het RIVM-rapport over het gebruik van e-sigaretten in publieke aanbiedt, is geagendeerd voor het algemeen overleg Alcohol- en tabaksbeleid op donderdag 15 december. We zijn nog in afwachting van een tweede brief van Van Rijn, waarin hij de onderzoeksresultaten verder zal duiden. Acvoda heeft kritiek op een aantal methodologische keuzes die zijn gemaakt in het rapport en op de focus van de publiekssamenvatting. Het is niet de rol van ANR om het gezaghebbende rapport inhoudelijk aan te vechten. ANR wacht de nadere reactie van de staatssecretaris af. Voor ANR is het niet alleen van belang dat omstanders geen schadelijke effecten ondervinden van het ‘meedampen’, maar ook dat gebruik van de e-sigaret de rookvrij-norm niet kan ondermijnen (met name in omgevingen waar veel kinderen komen).
o Volgende week vindt in India de zevende Conferentie van Partijen (COP7) bij het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging plaats. Er staat ook een stuk over elektronische (niet-)nicotine-afgiftesystemen (ENDS/ENNDS) op de agenda. Gezien het gebrek aan consensus en de uiteenlopende nationale contexten, zal vanuit de aanwezige ngo’s waarschijnlijk vooral worden ingezet op het doorschuiven van dit onderwerp naar COP8. De boodschap van Acvoda is: hoe meer regels en eisen worden gesteld, hoe meer de tabaksindustrie in de kaart wordt gespeeld.
- We constateren dat het zinvol is om deze periodieke overleggen om elkaar op de hoogte te houden te continueren. We plannen daarom binnen een jaar een volgende afspraak in. Vanuit ANR zal hiervoor een voorstel worden gedaan bij het delen van het conceptverslag (actie ANR). Tussentijds kunnen we elkaar bereiken via e-mail en/of telefoon.
Geef een reactie