Smaakloos; het woord zelf heeft niet alleen meerdere schrijfwijzen, ook meerdere betekenissen zijn geldig; enerzijds de letterlijke betekenis van smaakloos: zonder smaak. Flauw, verschraald.
Daar gaat het hieronder voornamelijk over. Maar ook de andere schrijfwijze, met een meer figuurlijke betekenis, waarbij synoniemen als banaal, ongepast en stijlloos gebruikt kunnen worden is van toepassing. Maar daarover later meer.
Waar heb ik het over? Welnu, de ‘smaakjes’ die bij e-sigaretvloeistoffen gebruikelijk zijn.
Die smaakjes zijn namelijk volgens diverse zelfverklaarde experts overduidelijk toegevoegd om kinderen te verleiden tot het roken van gewone sigaretten. En die ‘smaakjes’ moeten dus verboden worden.
Het onlangs door Henk van Gerven (SP) gelanceerde (en met 108 stemmen afgeschoten) voorstel om die smaakjes te verbieden omschrijft het als volgt:
constaterende dat door smaaktoevoegingen e-sigaretten en voor roken bestemde kruidenproducten extra aantrekkelijk worden voor jongeren; constaterende dat alle toevoegingen die schadelijke producten aantrekkelijk maken voor jongeren, ongewenst zijn; verzoekt de regering om, een verbod uit te vaardigen op smaaktoevoegingen in e-sigaretten met en zonder nicotine, alsmede voor roken bestemde kruidenproducten,
In eerste instantie klinkt dit als een geweldig idee. Dat we überhaupt toestaan dat de tabaksindustrie anno 2017 kinderen verleidt tot een verslaving aan een dusdanig schadelijk product is immers onvoorstelbaar.
De intentie van Van Gerven – die afgelopen november z’n 10-jarig lidmaatschap van de Tweede Kamer mocht vieren – is klip en klaar: zorgen dat onze jeugd niet begint met roken om zo de verwoestende schade van het roken in te dammen. Dat is logica die absoluut hout snijdt en het is een zeer lovenswaardig streven waar ik zeker achter sta.
Een ruime meerderheid van de kamer ziet echter niets in een dergelijk verbod en wil dus dat de tabaksindustrie gewoon onze kinderen kan blijven gebruiken als ordinaire afzetmarkt van hun dodelijke product.
Absurd, een schande voor de Kamer, niet waar?
Laten we daarom voor de tegenstanders van het smaakjesverbod eens beargumenteren waarom het smaakjesverbod voor e-sigaretten een heel goed idee is.
Noot: We laten vanaf nu de categorie voor roken bestemde kruidenproducten weg ; het samentrekken van zowel e-sigaretten als deze categorie vertroebelt namelijk de essentie en wekt de indruk dat beide categorieën in gelijke mate schadelijk en verslavend zijn, en in gelijke mate een opstap vormen naar de gewone sigaret. Dat dat niet zo is, moge duidelijk zijn.
Jongeren
De jeugd beschermen, dat is het doel. Maar, wat opvallend is, is dat de motie van Van Gerven spreekt over jongeren en niet over jeugd, kinderen of minderjarigen. Hij lijkt namelijk niet meegekregen te hebben dat het al sinds begin 2015 verboden is om aan minderjarigen tabaksproducten en e-sigaretten te verstrekken. Alleen de categorie ‘zonder nicotine’ is destijds niet meteen in dat verbod opgenomen. Ook in mei 2016 is het niet door Van Rijn ingevoerd, ondanks eerdere beloften van Van Rijn. Maar met de 24 januari jongstleden aangenomen motie is dat óók geregeld. Wat rest is dat de Eerste Kamer op 7 februari het voorstel als hamerstuk de revue laat passeren, en om laat zetten in wetgeving.
De groep meerderjarigen tot 25 jaar wordt door Van Gerven geschaard onder de noemer “jongeren”, en ondanks dat de suggestie wel gewekt wordt voegt deze motie dus niets toe aan de maatregelen die al zijn ingevoerd.
Aantrekkingskracht
De motie stelt dat “door smaaktoevoegingen e-sigaretten […] extra aantrekkelijk worden voor jongeren”. Een feit waar niemand om heen kan. Laten we er eens goed naar kijken.
Deze zin kan twee dingen (of beide) betekenen :
- de smaaktoevoegingen maken e-sigaretten aantrekkelijker voor specifiek jongeren, en zijn minder relevant voor ouderen.
- de smaaktoevoegingen maken e-sigaretten aantrekkelijker voor jongeren dan dat ze zouden zijn zónder smaaktoevoegingen
Die eerste betekenis is wat we van diverse politici en gezondheidsinstanties vaak horen; de tabaksindustrie zou zich met smaken als cola, Pina Colada en aardbei specifiek op de jeugd richten, aldus Trimbos in 2014.
Allereerst zijn er helaas geen gegevens bekend over de aantrekkelijkheid van e-sigaretten zónder smaakjes, immers die worden amper verkocht. In het onderzoek van Trimbos uit 2014 staat dat 63% van de jeugd in de leeftijdscategorie 12-21 die wel eens een e-sigaret gebruikt de voorkeur geeft aan “e-sigaretten met een smaakje”, wat zou impliceren dat 37% daar niet de voorkeur aan geeft of geen voorkeur heeft.
Echter, zonder smaakstoffen is vloeistof voor een e-sigaret slechts licht zoetig te noemen aangezien de basiscomponenten propyleenglycol en glycerine zoetig smaken, en daar doelt Trimbos niet op. Wat Trimbos waarschijnlijk bedoelt is dat 37% de voorkeur geeft aan smaakloos óf een ‘tabakssmaak’. Maar, ook wat men zou typeren als “tabakssmaakje” betreft een vloeistof waarin smaakstoffen gebruikt worden. Overigens is geen enkele e-sigaret danwel vloeistof beschikbaar die de smaak van verbrande tabak van gewone rook zelfs maar benadert.
Welk deel van die 37% echt ‘zonder smaakstoffen’ betreft en welk deel tabakssmaken betreft is niet op te maken uit het rapport van Trimbos. Jammer.
Maar, gelukkig hebben we ook in het buitenland onderzoek. Zo heeft onder andere de Britse gezondheidsorganisatie Action on Smoking and Health dit meermaals onderzocht.
In de leeftijdscategorie >21 jaar zien we daar dat het gebruik van “smaakloos” juist enorm populair is ; maar liefst 3% zegt de voorkeur te geven aan ‘no flavour’, aldus het onderzoek van Action on Smoking and Health (ASH, 2015) tegenover een schamele 4% bij de jongeren uit hetzelfde onderzoek.
Inderdaad, je leest het goed, dit is geen typefout. Slechts 1 op de 33 ouderen en 1 op de 25 jongvolwassenen geeft de voorkeur aan het gebruik van smaakloze e-sigaretten. Onder jongeren is smaakloos dus populairder dan onder ouderen.
Een andere studie, Schiffman et al 2015, onderzocht specifiek of de smaakjes aantrekkelijk zijn voor niet-rokende jeugd.
De conclusie van Shiffman is echter dat smaakjes voor niet rokende jeugd erg oninteressant zijn ; Op een schaal van 0 (onbelangrijk) tot 10 (erg belangrijk) scoort de smaak bij hen 0,41 (± 0.14) terwijl deze onder volwassen rokers het vierdubbele scoort (1.73 ± 0.10), en dit geldt voor élke smaak. Volwassen e-sigaretgebruikers toonde de grootste interesse in smaakjes, en zelfs volwassenen die nooit een e-sigaret gebruikt hadden toonden significant meer interesse in smaakjes dan niet-rokende jeugd.
Ondanks verwoede pogingen kan ik geen enkel ondersteunend bewijs vinden voor de stelling dat het gebruik van smaakstoffen gericht zou zijn op jongeren, of dat smaakjes er voor zorgen dat jongeren meer interesse hebben in e-sigaretten.
Wat ik wél concludeer is dat vooral voor volwassenen meer dan 96% van de e-sigaret gebruikers de voorkeur geeft aan e-sigaretten met een smaakje.
Zoals NRC.Next zou schrijven; ik beoordeel deze stelling van Van Gerven daarom als onwaar.
Toevoegingen
De tweede constatering van Van Gerven is dat alle toevoegingen die schadelijke producten aantrekkelijk maken voor jongeren, ongewenst zijn.
We kunnen niet anders dan het hier mee eens zijn. Schadelijke producten zijn ongewenst. En toevoegingen daaraan die zorgen voor verhoogde aantrekkingskracht zijn dus ook ongewenst. Perfecte logica.
Alleen spijtig dat er helemaal niets is dat te typeren is als onschadelijk. Hiermee wordt deze constatering dus een holle frase zonder enige betekenis. Het is toepasbaar op alles. Risico op schade en vaak zelfs acute schade is er altijd, bij elk product.
Bovendien, alhoewel iets ‘ongewenst’ is, betekent dat niet automatisch dat die schadelijkheid vermeden kan worden zonder de schadelijkheid an sich te vergroten.
We zien dat deze logica toch wel heel snel scheef gaat, aangezien alle producten inherent schadelijk zijn. Fruitsappen zoals appelsap en sinaasappelsap zijn zoet én zuur, zijn een ramp voor het tandglazuur van melkgebitten en bevatten veel calorieën. Daarom zijn ze op veel basisscholen al niet meer toegestaan. Boter bevat extreem veel vet (ook margarine) en pindakaas bevat vaak pinda’s waarvoor maar liefst 2% van de baby’s en peuters allergisch zijn en voor wie de gevolgen enorm kwalijk en zelfs dodelijk kunnen zijn.
We moeten dus constateren dat deze zinsnede zich dus uiteindelijk richt op alle producten, ook producten die niet direct overduidelijk schadelijk zijn.
Daarnaast moeten constateren dat deze zinsnede zich niet beperkt tot toevoegingen waardoor de aantrekkelijkheid uitsluitend voor jongeren verhoogd wordt; nee, élke toevoeging die de aantrekkelijkheid vergroot moet verboden worden, aldus de motie. We hebben overigens eerder al moeten toegeven dat smaaktoevoegingen voor jongeren de aantrekkingskracht überhaupt niet verhogen, dus daar kan Van Gerven hier niet op doelen.
In algemene zin geldt dat niet-verplichte toevoegingen de aantrekkelijkheid van een product altijd verhogen. Producenten doen niet anders ; een product wordt continu ‘verbeterd’, of het nu smaak, houdbaarheid, uiterlijk, kostprijs of schadelijkheid betreft. Het verlagen van het suikergehalte in fruitsap of frisdrank zonder de smaak negatief te beïnvloeden verhoogt de aantrekkelijkheid van dat product. Op appels, peren en citrusvruchten zit regelmatig een coating van schellak – gemaakt van de afscheiding van luizen – om ze een mooi glanslaagje te geven. De vervanging van dure vanille-stokjes in vanille vla door gelijkwaardige maar goedkopere alternatieven zorgt voor een verlaging van de verkoopprijs die de betaalbaarheid en dus de aantrekkelijkheid verhoogt. Door emulgator toe te voegen aan mayonaise ziet deze er een stuk smakelijker uit, en wordt dus de aantrekkelijkheid vergroot.
Maar ook producten die in de productie en de vermarkting vrijwel uitsluitend gericht zijn op jongeren worden op deze manier verbeterd middels suikervervangers, aroma’s, kleurstoffen, emulgatoren, conserveringsmiddelen, smaakversterkers etcetera.
Pleit de SP voor het verbieden van alle toevoegingen in fruitsap, pindakaas, brood, appels, krabsalade, chips, borrelnootjes, frisdrank, kaas of margarine? Of moeten we vaststellen dat het simpelweg niet zo is dat alle toevoegingen die schadelijke producten aantrekkelijk maken voor jongeren, ongewenst zijn.
Inderdaad, beide constateringen van Van Gerven zijn respectievelijk onwaar, onjuist en onvolledig. Ik kan dan ook niet anders dan toegeven dat er echt géén rechtvaardiging te vinden is om de motie van Van Gerven wél uit te voeren.
Een smaakjesverbod gaat Van Gerven dus niet dichter bij zijn einddoel brengen, dat onze jeugd niet begint met roken.
Jammer; in eerste instantie leek het zo’n geweldig plan.
Een stap verder
Het was dus geen goed plan, dat smaakjesverbod. Maar, is het ook een onverstandig plan, of zoals sommigen zouden stellen: een dom idee?
Zoals al eerder gemeld is geen enkel product en geen enkele activiteit gevrijwaard van schadelijkheid.
Onder toxicologen wordt wel gesteld dat gif niet bestaat en dat alles een gif is, afhankelijk van de dosering.
Ook actuarissen, die zich in bijvoorbeeld de verzekeringsbranche professioneel bezig houden met het kwantificeren (en reduceren) van risico danwel risicoblootstelling weten al sinds heugenis dat er niets zonder risico is. Sommige risico’s of schades zijn aanvaardbaar, maar dat betekent niet dat de risico’s er niet zijn of dat schadelijkheid niet bestaat.
Inname van teveel water (meer dan 5 liter op één dag) kan al leiden tot de dood. Blootstelling aan zonlicht geeft DNA schade in huidcellen en het compleet vermijden van zonlicht leidt tot onder andere een verstoord bioritme en vitame D gebrek.
(Ik daag graag eenieder uit één onschadelijk product of activiteit te benoemen en waar er geen enkel risico bestaat op schadelijke effecten. Laat je suggestie achter in de reacties hieronder of stuur een e-mail aan marcel@acvoda.nl)
Omdat onschadelijkheid niet bestaat wordt er meestal gekeken of iets ‘netto schadelijk’, ‘neutraal’ of ‘netto gezond’ is. De vraag die dan gesteld wordt is of iets op populatieniveau een netto verhogend of verlagend effect op de volksgezondheid heeft. Zo is bijvoorbeeld het op de barbecue bakken van kippenvlees béter dan het rauw consumeren ervan, en wegen de gevaren van licht verbrande kip niet op tegen de gevolgen van een mogelijke salmonella-vergiftiging.
De denkfout die Van Gerven maakt is dat hij ervan uit gaat dat door de verlaging van de aantrekkelijkheid van de e-sigaret, de inherente schade die het gevolg is van het het gebruik van de klassieke sigaret, afneemt.
Dit klinkt misschien voor een enkeling heel erg logisch, maar dat is allerminst het geval. Hier zéker niet om een product gaat dat een alternatief blijkt te zijn voor een ander – enorm schadelijk – product: de gewone sigaret.
Het is in dit kader daarom essentieel om de schadelijkheid van de e-sigaret af te zetten tegen de gewone sigaret. Ook al komen de uitkomsten van de diverse onderzoeken niet tot hetzelfde getal, de consensus is dat de schadelijkheid van e-sigaretten maximaal 5% en waarschijnlijk nog minder dan 1% is dan die van gewone sigaretten. Andersom gesteld ; het gebruik van sigaretten is minimaal 20 en waarschijnlijk meer dan 100 keer zo schadelijk als het gebruik van e-sigaretten. En de bewijzen worden steeds overtuigender.
Stoppen met roken is iets wat menig verslaafde roker ooit ondernomen heeft en waarin helaas maar enkelen duurzaam (langer dan 12 maanden) slagen. Het gebruik van NRT – nicotinekauwgoms, sprays en pleisters – lijkt een oplossing, maar daar zien we dat van de roker die daar voor kiest (slechts een erg kleine groep) maar liefst 93% binnen 12 maanden weer terugvalt in het roken van gewone sigaretten. Dit slagingspercentage is al jaren onveranderd en er zijn maar weinig rokers die überhaupt een poging wagen, laat staan meer dan 2. We moeten concluderen dat NRT’s simpelweg niet aantrekkelijk zijn voor rokers, of niet rokers, ook al zijn de smaken ‘Menthol’, ‘Fruit Chill’ en ‘Cherry’ gangbaar.
De e-sigaret is een product dat juist een alternatief blijkt te zijn waar die roker wél interesse in heeft en die bij gebruik ervoor zorgt dat een roker een manier heeft om geen sigaretten meer te roken. Wereldwijd zijn er middels de e-sigaret al ettelijke miljoenen rokers gestopt danwel helemaal overgestapt; in de EU alleen al netto ruim 6,1 miljoen tot en met 2014. (Bron: Eurobarometer).
De aspecten die er voor zorgen dat het een waardig alternatief is voor menig roker zijn de (keuze in) smaak, de dampproductie, de mate van nicotine-afgifte, verkrijgbaarheid en de prijsstelling. Deze aspecten zijn onmiskenbaar verantwoordelijk voor het wel of niet aantrekkelijk zijn van e-sigaretten voor rokers. Veel minder ongezond, goedkoper en een stuk lekkerder.
Een grote angst van een gestopte roker is het opnieuw gaan roken; het voelt als een persoonlijke nederlaag om toch weer toe te geven aan de verleiding van sigaretten. Een ex-roker blijft z’n leven lang een ex-roker en wordt nooit meer een niet-roker. Altijd ligt de terugval op de loer. Juist het verschil in smaakbeleving stelt een gestopte roker in staat om afstand te houden van die sigaretten. Hoe minder de e-sigaret qua smaak op gewone sigaretten lijkt, hoe groter die afstand wordt. De smaak van verbrand papier, verbrande tabak, scherpe rook, de stank van een asbak; allemaal aspecten van het roken die bij het gebruik van de e-sigaret juist niet aanwezig zijn.
En zelfs de ex-roker die ondertussen ook geen e-sigaretten meer gebruikt kan bij een terugval de e-sigaret gebruiken in plaats van de gewone sigaret, waarbij de e-sigaret fungeert als een terugvalbescherming.
De e-sigaret in z’n huidige vorm heeft dus een netto-effect dat positief is: het zorgt er voor dat méér rokers overstappen en dat er minder sprake is van terugval.
De roker zelf en zijn omgeving ervaren direct veel minder schade, de gebruiker maakt minder kosten en ook de samenleving (en de overheid) zien de zorgkosten dalen.
Het verbieden van de smaakjes zoals Van Gerven voor ogen heeft zorgt daarom voor het (onbedoelde) effect dat minder (of zelfs geen) rokers de overstap wagen, en voor hen heeft Van Gerven slechts één optie: stoppen of dood gaan. Quit or die. Alsof verslaafd zijn ‘n keuze is.
Replacement-smokers
Naast een terugvalbescherming fungeert de e-sigaret in z’n huidige vorm ook als een rem op de aanwas van nieuwe rokers. Bij het gebruik van e-sigaretten door niet-rokende jeugd en jongeren zien we dat dit te typeren valt als experimenteergedrag en dat er nagenoeg niemand is die na het gebruik van e-sigaretten besluit om over te stappen op de gewone sigaret (bron: Miech et al, 2017) of zelfs de e-sigaret structureel besluit te blijven gebruiken.
Meer dan 73% van de jeugd die überhaupt een e-sigaret gebruikt, kiest uitsluitend of vrijwel altijd e-sigaretten zonder nicotine. Zelfs mét nicotine is het verslavende aspect van e-sigaretten veel minder (om niet te zeggen nagenoeg nihil), voornamelijk doordat er in tegenstelling tot sigarettenrook geen sprake is van mono-amine oxidase remmers (MAOIs).
Deze MAOIs – die vrijkomen bij de verbranding van tabak – zijn hoofdverantwoordelijk
voor het extreme verslavingsgevaar bij roken, en de afwezigheid daarvan bij e-sigaretten met of zonder nicotine zorgt er voor dat de e-sigaret nauwelijks verslavend is en niet verslavender dan NRT’s.
In Zweden, waar snus als alternatief voor het roken van tabak niet in 1992 is verdwenen van de markt – in tegenstelling tot de rest van de EU – zien we de laagste rookprevalentie en ook de laagste mortaliteitscijfers. Veel minder mensen roken (slechts 11% tegenover ruim 26% in de rest van de EU) en aan roken gelinkte ziekten zoals longkanker, COPD, hart en vaatziekten komen er dan ook veel minder voor. Er is een onmiskenbaar causaal verband en ondanks dat snus door heel veel mensen in Zweden gebruikt wordt zien we geen verhoging van de incidentie van keelkanker en mondkanker.
Rokers hebben er massaal gekozen voor een veel minder schadelijk alternatief en dat werpt z’n vruchten af.
Waar ook in Zweden veel angst was dat snus een opstap naar echt roken zou zijn voor niet rokers, spreken de statistieken voor zich: van een gateway effect is géén sprake. Ja, er zijn absoluut mensen te vinden die eerst snus gebruikten en daarna zijn gaan roken, maar allerminst kan beweerd worden dat de snus de opstap was naar het roken. Immers, hadden die mensen zónder snus ook nooit gerookt ? Of was het toch geworden zoals in de rest van Europa het geval is, dat er ruim 2x zoveel mensen zonder snus de sigaret toch in hun leven lieten?
In plaats van een gateway bleek snus een exit te zijn, een uitweg weg van gewone tabak. En dat is precies wat we eerder zagen in de Eurobarometer: netto ruim 6 miljoen rokers hebben middels de e-sigaret de gewone sigaret achter zich gelaten.
Overigens, ook bij NRT’s zien we dat smaak en snelheid van nicotine-afgifte cruciale aspecten zijn; deze producten zijn bovendien netzomin als de e-sigaret onschadelijk te noemen, en bevatten – volgens velen de zéér verslavende stof – nicotine en zijn verkrijgbaar in diverse voor kinderen aantrekkelijke smaken zoals ‘Menthol’, ‘Fruit Chill’ en ‘Cherry’. De smaak ‘smaakloos’ is overigens helemaal niet beschikbaar. Saillant….
Toch zijn er geen signalen dat Van Gerven en consorten schande spreken van de praktijken van Pfizer™ in dezen, of wordt gesteld dat de reclame van Nicorette™ Quickmist™ walgelijk is en dat Pfizer™ onze jeugd een leven lang verslaafd wil maken aan nicotine.
E-sigaretten met of zonder nicotine
We zien dat Van Gerven niet alleen smaakjes wil verbieden. Hij wil dit ook voor e-sigaretten zónder nicotine. Graag willen we Van Gerven en alle collega’s van hem in Den Haag er nogmaals op wijzen dat een e-sigaretvloeistof bestaat uit een vijftal basiscomponenten.
- Glycerine (E-422, ook wel bekend als VG)
- Propyleenglycol (ook wel bekend als PG)
- Water (meestal al aanwezig als component van de glycerine)
- Nicotine (0% tot 2%)
- Smaakstoffen
De basiscomponenten VG en PG vormen tesamen meer dan 97% van de basisvloeistof.
Laten we de nicotine en de smaakstoffen weg, dan zien we dat er een mengsel overblijft van PG, VG en water. De toepassingen voor deze componenten in vrijwel pure vorm zijn legio; water spreekt voor zich; met glycerine wordt onder andere zeep gemaakt (€ 8,75 per liter, drogist en apotheek); propyleenglycol wordt dagelijks ingezet door menig veehouder als middel tegen de ‘slepende melkziekte (€ 32,- voor 5 liter, dierenspeciaalzaak) en in rookmachines van theaters of poppodiums wordt propyleenglycol in grote hoeveelheden gebruikt (Bax shop, MediaMarkt, etcetera), desgewenst gemengd met water en glycerine.
Alhoewel, voor gebruik in rookmachines worden er vaak wel smaak/geurstoffen toegevoegd. Foei!
Vermoedelijk is geen enkele verkoper van deze componenten zich er van bewust dat zijn product vanaf 7 februari 2017 onder de tabakswet valt als nicotine-vrije vloeistof. Het gevolg van die classificering is dat het slechts per 10ml verkocht mag worden (en dus niet per 5, 10 of 25 liter jerrycan!) aan uitsluitend meerderjarigen. Niet onbelangrijk om te vermelden zijn het reclameverbod en de verplichting om middels een bijsluiter te waarschuwen voor de gevaren van nicotine die ook van toepassing zijn.
Of Van Gerven en zijn collega’s deze uitwerking überhaupt voorzien hebben is overigens maar de vraag.
Ik denk, nee ik hoop van niet.
Men had in het voorstel zich eenvoudigweg kunnen beperken tot het opnemen van uitsluitend de voorgevulde e-sigaretten zonder nicotine (en dus ook de bekende Shisha-pen) in de tabakswet, dan was dit allemaal niet van toepassing geweest.
Smaakloos of smakeloos
Het streven van Van Gerven is nobel, de intentie is goed.
Een feit waar we niet omheen kunnen is dat anno 2017 nog steeds ruim 3,5 miljoen mensen in ons land roken en elk jaar gaan er zo’n 20000 mensen in ons land vroegtijdig dood om nog maar te zwijgen over de ellende die roken veroorzaakt vóór het overlijden.
De maatregelen van de afgelopen veertig jaar geven absoluut geen reden tot vreugde, aangezien ze nagenoeg geen effect hebben gehad. De stoppen-of-doodgaan aanpak werkt niet. Dat moeten we onder ogen zien. De motie en de ingeslagen weg van Van Gerven zorgt er juist voor dat er mínder mensen de sigaret vaarwel kunnen zeggen en dat er méér jeugd middels experimenteergedrag verslaafd raakt aan de gewone sigaret.
Schokkend dat deze richting steun krijgt van het CDA, de Christen Unie, Groenlinks, Groep Kuzu/Öztürk, de Partij voor de Dieren en 50 Plus.
Toegegeven, het klinkt allemaal heel verstandig en de intentie is duidelijk positief maar het is enorm slecht doordacht en het gebrek aan deskundigheid (en interesse) is stuitend te noemen.
Ik wil daarom ook deze motie en de gedachtengang van Van Gerven en de ondersteuners van deze motie benoemen als wat het is: uitermate smakeloos.
Dat is trouwens een motie die ik zou ondersteunen; een verbod op smakeloze moties en smakeloze retoriek over de ruggen van de huidige en toekomstige rokers en hun naasten.
Maar goed, dat zal niet ter stemming gebracht worden, ben ik bang.
Ik ben even zo vrij geweest om Henk op de hoogte te stellen van dit schitterende stuk!
https://www.facebook.com/henkvgerven/posts/1551970558150675
Mijn complimenten!
Ik zou toch maar eens kijken welke politici die zo tegen dampen zijn aandelen hebben in de verdiensten van de anti rook middelen. zoals nicorette en andere zaken, of degene die verdienen aan rokers. die zullen nu wel snel terein verliezen als heel veel rokers gaan dampen.