Vijftien prominente wetenschappers op het gebied van tabak en de elektronische sigaret hebben onlangs een brief gestuurd aan de EU-Commissaris voor Gezondheid en de leden van het Europees Parlement, waarin zij hun bezorgdheid uiten over het feit dat wetenschappelijk onderzoek verkeerd is geïnterpreteerd in het ontwerp van de nieuwe tabaksrichtlijn (TPD). Zij hopen met verwijzingen naar de onderzoeken en uitleg daarbij, de Commissie en het Parlement te kunnen helpen om de e-sigaret als veilig alternatief voor rokers gemakkelijk beschikbaar te maken.
Twee van hen hebben eerder al ieder afzonderlijk een brief geschreven over de verkeerde interpretatie van door henzelf geleide onderzoeken: dr. K. Farsalinos (http://www.ecigarette-research.com/web/index.php/2013-04-07-09-50-07/147-misinterpreted-research) en dr. L. Dawkins (http://www.clivebates.com/?p=1827#more-1827)
Hieronder volgt een samenvatting van de 6 punten die de vijftien gezamenlijk aankaarten, en hun conclusie daarbij. De hele brief is hier te vinden: http://www.ecigarette-research.com/web/index.php/2013-04-07-09-50-07/149-tpd-errors
1. In de TPD wordt gesteld dat een nicotine-concentratie van 20 mg/ml vergelijkbaar is met de dosis nicotine afkomstig van het roken van een standaard sigaret gedurende dezelfde tijd.
Volgens de huidige staat van de wetenschap is er 50 mg/ml nodig om ruwweg overeen te komen met de nicotinedosis van een tabakssigaret bij even lang gebruik, en dit wordt bevestigd door alle andere bestaande onderzoeken.
2. TPD: Nicotine is een giftige stof, en de acute dodelijke dosis nicotine voor een volwassene wordt geschat op ongeveer 60 mg
Wetenschap: Doses van 60 maal hoger dan 60 mg hebben slechts geleid tot misselijkheid en overgeven en niet tot andere bijwerkingen. De stelling van de Commissie is gebaseerd op dubieuze experimenten die zijn opgenomen in een farmacologieboek uit 1856 en later nooit meer zijn herhaald noch bevestigd. Vergiftiging door nicotine is uiterst zeldzaam. Kinderveilige dopjes volstaan om kleine kinderen te beschermen tegen het inslikken van e-liquids.
3. TPD: De lidstaten dienen ervoor te zorgen dat elektronische sigaretten een constante dosis nicotine afgeven.
Wetenschap: Het medisch begrip “constante afgifte” is misplaatst voor een consumentenproduct dat, net als een tabakssigaret, door iedere gebruiker anders wordt gehanteerd en afhankelijk is van de behoefte op een bepaald moment. Voor tabakssigaretten geldt een dergelijke eis overigens niet. Wel moet er kwaliteitscontrole komen i.v.m. de consistentie van het nicotinegehalte in de verschillende e-liquids, maar dat heeft weinig te maken met een constante afgifte.
4. TPD: Fabrikanten moeten 6 maanden voor het op de markt brengen van een nieuw of substantieel gewijzigd product, gegevens aanleveren zoals informatie over de nicotinedosis en de opname daarvan.
Wetenschap: Dit heeft geen meerwaarde voor de consument en leidt enkel tot onnodige hoge kosten. Bovendien wordt dit niet geëist van sigarettenfabrikanten, waardoor er een marktvoordeel ontstaat voor de veel gevaarlijker tabakssigaret.
5. TPD: Nicotinehoudende vloeistof mag enkel op de markt worden gebracht in flesjes van maximaal 10 ml, in elektronische wegwerpsigaretten of in -cartridges. De inhoud van cartridges en tankjes mag niet meer dan 2 ml bedragen.
Wetenschap: Hoe kleiner de flesjes en tankjes, hoe meer ervan nodig zijn en hoe groter daardoor het verstikkingsrisico bij kleine kinderen wordt. Dat gevaar kan beter verlaagd worden indien dezelfde aanpak van gezond verstand, waarschuwingslabels en kinderveilige sluitingen wordt toegepast als bij de veel giftiger huishoudelijke schoonmaakmiddelen.
6. TPD: Elektronische sigaretten kunnen een opstap vormen voor nicotineverslaving en uiteindelijk voor tabaksgebruik, omdat ze de handeling van het roken nabootsen en die daarmee weer normaliseren. Reclame moet dan ook aan banden worden gelegd.
Wetenschap: Dit zogenoemde ‘gateway effect’ blijkt juist niet uit de bestaande onderzoeken. Nooit-rokers die dagelijks de elektronische sigaret gebruiken, zijn niet met roken begonnen. Ook bij kinderen die met de e-sigaret hebben geëxperimenteerd, is een dergelijk effect niet gevonden. Het omgekeerde is wel het geval: rokers van alle leeftijden die de elektronische sigaret zijn gaan gebruiken, roken minder of helemaal niet meer.
Hun conclusie luidt dan ook:
“Samengevat, elektronische sigaretten hebben een zeer gunstig veiligheidsprofiel, en het is aannemelijk dat ze ten aanzien van het roken juist een uitweg vormen i.p.v. een opstap ernaartoe. Het moet de gebruikers worden toegestaan om zelf de producten en nicotinedoseringen te vinden die voor hen geschikt zijn, zonder toezichthouders die beslissen wat ze wel en niet mogen gebruiken. Er moet regelgeving komen die evenredig is en gebaseerd op wetenschappelijk bewijs, en alle belanghebbenden moeten worden betrokken bij het regelgevingsproces. Als de elektronische sigaret op verstandige wijze wordt gereguleerd, heeft ze het potentieel om de sigaret tot het verleden te laten behoren en miljoenen levens wereldwijd te redden. Overregulering zal er daarentegen juist toe bijdragen dat het aantal aan roken gerelateerde ziektes en doden en de kosten voor de gezondheidszorg hetzelfde blijven.”
Update: De wetenschappers hebben een antwoord gekregen van de EU-Commissaris. In een reactie schrijven de wetenschappers dat ze vinden dat hun zorgen niet zijn behandeld. Zie: http://www.ecigarette-research.com/web/index.php/2013-04-07-09-50-07/2014/151-eu-scientists
Geef een reactie