Eindelijk vrij

Als het gaat om stoppen met roken ben ik, net als menig ander die ook overstapte op de e-sigaret, een soort van ervaringsdeskundige geworden. Zelfs als ik (weer) bij een cursus van Allen Carr zat of (opnieuw) bij één van de stopcursussen van de plaatselijke GGD, wist ik de cursusleider feilloos te vertellen hoe onze verslaving in elkaar stak, haast tot op wetenschappelijk niveau, wist ik moeiteloos te vertellen wat de meest effectieve manieren zijn om er vanaf te komen en op het moment dat ik merkte dat er een stuk lesstof vergeten werd, was ik ook de beroerdste niet om de cursusleider daar even discreet op te attenderen, om de slagingskans maar groot mogelijk te maken voor iedereen. Menig collega op het werk zag me als een soort van ‘stoppen met roken’-coach, maar zelf gestopt blijven met roken, ho maar… Het waren meer uitgelopen gestopt-zijn-met-roken-pauzes, waarvan de langste zo’n 4,5 jaar heeft geduurd.

Ik ben zelf, bij stoppoging 8 (of 9, of 13, weet ik veel) opnieuw gestopt roken met behulp van nicotinepleisters omdat het me (een aantal keer) eerder gelukt was om daarmee te stoppen en zelfs gedurende de hierboven genoemde 4,5 jaar van de sigaretten af te blijven. Al het andere, op acupunctuur en hypnose na, heb ik geprobeerd. Niets hielp. In ieder geval niet blijvend. Gebrek aan motivatie om vol te houden, zo werd me verteld, door de medici. Dus opnieuw aan de nicotinepleisters, want dat gaf me in ieder geval de nodige tijd om mijn motivatie op peil te krijgen. Dacht ik.

Zo’n ‘pleisterkuur’ duurt tien weken, eerst zes weken op de pleisters met de hoogste dosering, daarna ga je 33% omlaag gedurende twee weken en dat wordt twee weken later nog eens gehalveerd. Ik heb week 10 niet eens gehaald, nota bene mét een nicotine-vervangend middel. In week 7 kwamen de ‘craving”-verschijnselen, de hunkering, in alle hevigheid opzetten, alsof ik cold turkey was gestopt met roken. Week 8 was ondraaglijk, ik heb menig keer nog net niet kwijlend bij de servicebalie van de plaatselijke buurtsuper gestaan, om weg te lopen op het moment dat ik aangesproken werd door een meisje dat zelf wettelijk gezien nog niet eens mócht roken. Waar was ik mee bezig? Waarom deed ik mezelf dit aan? Elke vorm van motivatie begon weg te sijpelen, alle argumenten om te stoppen leken in rook op te gaan. Ik kon ze me niet eens meer herinneren. Waarom moest ik mezelf in vredesnaam zo kwellen?

In week 9 was ik compleet onhandelbaar en een potentieel dreigend gevaar voor mezelf en mijn omgeving (oké, oké, bij wijze van spreken). De tiende week brak aan en ik wilde eigenlijk geen pleisters meer dragen. Ze irriteerden me, net als eigenlijk… alles. Ik moest een sigaret hebben, ik moest roken, ik had mezelf ervan overtuigd dat ik gewoon één van die mensen was die gewoon niet zonder sigaretten kunnen functioneren. Ik had me voorgenomen dat ik nooit meer opnieuw een stoppoging zou doen, ik was helemaal klaar met die martelgang, elke keer weer, mezelf telkens maar kwellen onder de ‘valse’ voorwendselen dat ik een beter mens zou zijn als ik niet rookte. Maar ergens wilde een deel van mij écht niet meer roken. Er was een klein mannetje, die papa met z’n zes jaar oud al haarfijn wist uit te leggen dat het wel ‘een beetje apart was’ om aan de aan de ene kant te roepen dat roken ontzettend slecht is voor je gezondheid en dat hij het, als hij later zelf groot werd, nooit moest gaan doen, en dat papa vervolgens zelf de achtertuin inliep om een peuk op te steken.

Ik had nog één alternatief voordat ik sigaretten ging halen, ook al had het niet zo’n best imago. Het leek ook een beetje een sukkelig, belachelijk uitziend alternatief voor alle ex-rokende watjes of wannabe-stoppers zonder ruggengraat, die gewoon de ballen niet hadden om cold turkey te stoppen. Of met ‘echte’ nicotine-vervangende middelen, zoals mijn nicotinepleisters. Voor van die karakterloze figuren die wél hun nicotineverslaving in stand wilden houden maar dan zonder aansteker. Voor van die losers die met hun blauw-oplichtende ledjes in het rookhok buiten op het werk een beetje voor kerstverlichting met misteffecten zaten te spelen. Pffff… Nee, dát was een lekker vooruitzicht. Zo van ‘We hebben clubje opgericht en wat we doen geeft menigeen een wat schamperende glimlach op het gezicht’. Wilde ik lid worden van dat clubje?

Ik besloot het een kans te geven. Een soort proeflidmaatschap, zeg maar. Ik kon altijd nog om de hoek gaan staan, net doen alsof ik er niet bij hoorde, bij dat eigenaardige clubje. Ik besloot het te proberen, onder het motto ‘baat het niet, dan schaadt het niet’. Alhoewel, daar waren de meningen ook over verdeeld. Ik bestelde mijn eerste e-sigaret, een eRoll, in een webwinkel. Altijd iets gehad met gadgets, dus een ‘etui’ waarmee je je digitale peuk kon opladen met behulp van een USB-aansluiting én een soort sigaret-achtig ding met blauw ledje, dat zou in ieder geval een andere behoefte bevredigen en dus wellicht wat afleiding geven. En in geval van schaamte, was het klein genoeg om snel weer weg te moffelen.

De volgende dag arriveerde de eRoll. De nicotinepleister ging af. Ik had wat vloeistoffen mee besteld, de zogenaamde e-liquids, waarvan de namen deden vermoeden dat ze moesten lijken op iets wat ik tot voor iets meer dan een maand of twee geleden had gerookt. Ik laadde dat ding op, vulde de cartridge, en nam een hijs. Er kwam iets wat op rook leek uit mijn mond. Ik voelde een prikkel in mijn keel en een smaak die ik niet zo heel goed kon plaatsen. Hmmm. Ik nam nog een hijs, en nog één. Mijn lichaam en geest merkten dat er nicotine binnenkwam en dat voelde bevredigend. Ik voelde iets van de rust die ik gemist had terugkeren. Zou het dan toch…? Ik nam nog een stevige hijs. Getver, wat was dit? Vloeistof in mijn mond. Zie je nou wel, waardeloos alternatief, dacht ik bij mezelf. Geldklopperij. Zonde. Daar had ik net zo goed peuken voor kunnen kopen, bedacht ik mezelf. Maar die had ik niet.

Enigszins gefrustreerd zocht ik op het internet of het gevaarlijk was om vloeistof binnen te krijgen. Dat leek alleszins mee te vallen als het om een paar druppels ging. Dus zocht ik verder, om te zien waarom ik vloeistof binnen had gekregen. Al snel kwam ik tot de ontdekking dat ik te hard hees en dat ik moest leren om minder krachtig te hijsen. Ik merkte zelfs dat als ik minder hard hees, dat ik meer proefde en meer ‘rook’ zag bij het uitademen. Ik ging oefenen, de andere smaakjes proberen en constateerde de volgende dag dat ik, ondanks dat ik geen pleister meer had geplakt, geen craving-verschijnselen had, die hardnekkige hunkeringen, naar datgene wat jezelf ontzegd had. Ik had een alternatief gevonden. Eindelijk.

In de dagen en weken die erop volgden ging er een wereld voor me open. Ik kocht een andere starter set die me meer voldoening gaf. Ik liet me informeren in een stenen winkel naar de andere mogelijkheden die er waren. Ik heb me regelmatig afgevraagd waarom ik dit niet eerder had geprobeerd. Zoveel geld uitgegeven aan sigaretten, al kon me dat toen niet zo heel veel schelen. Ik had meer moeite met al het geld dat ik al die jaren had uitgegeven aan dure nicotine vervangende middelen om vervolgens weer een stoppoging te zien sneuvelen. Ik had schijt aan wat anderen ervan vonden. In het bijzonder aan de rokers die me met wat spottende lachjes quasi vriendelijk groetten als ik het rookhok betrad of verliet. Daar heb je weer zo’n karakterloze loser, moeten ze gedacht hebben. Zo’n wannabe stopper. Wat zaten ze er naast. Wat had ik er naast gezeten. En wat had ik het mezelf onnodig moeilijk gemaakt. Maar ik hoefde niet meer te roken. Ik had een alternatief. Een alternatief waar op dat moment nog best wel wat vraagtekens bij gezet werden, maar waarvan ik wist: dit kan mij blijvend van het roken afhouden. Een zekerheid die ik nog nooit eerder zo had ervaren.

Inmiddels heb ik twee jaar en, op het moment van schrijven, 31 dagen geleden (31 december 2014) mijn allerlaatste peuk uitgemaakt. Vervolgens heb ik mezelf ruim negen-en-een-halve week gekweld, om over de weerslag op mijn omgeving maar niet te spreken. En op 11 maart 2016 vier ik mijn tweede ‘vaperversary’. Van de 12mg nicotine waar ik destijds mee startte, zijn er nog 3mg over. Moeiteloos. En ik voel me er prima bij. Slechts een enkele keer heb ik, na een impactvolle gebeurtenis, een soort verlangen ervaren naar een sigaret. Old habits are hard to kill, zegt men wel eens. Maar ik heb een alternatief, dus al vrij snel kon ik het relativeren dat me niets ontnomen is, dat ik mezelf niets ontzegd heb, maar dat ik gekozen heb voor een gezonder alternatief: de e-sigaret.

Ik zou iedereen die dit leest op het hart willen drukken: als je voornemens bent om te stoppen met roken, maar je bent bang voor die zogenaamde onvermijdelijke terugval, voor de vaak heftige ontwenningsverschijnselen, stap dan bijvoorbeeld een goede stenen winkel met dampspullen binnen, laat je adviseren en geef de e-sigaret een kans. Je hoeft niet gelijk te stoppen met roken, maar wellicht heb je, na het uitproberen in een stenen winkel zelfs geen behoefte meer aan sigaretten en stap je moeiteloos over. Letterlijk van het ene op het andere moment. Je zou niet de eerste zijn. De kans is groot dat het je eerste geslaagde stoppoging wordt. Maar nu voorgoed. In tegenstelling tot wat er door reguliere stoppen-met-roken coaches verteld wordt, ben ik persoonlijk van mening dat elke mislukte stoppoging een zeker risico met zich meebrengt voor het slagen van de volgende en hopelijk laatste poging. Ik ben er zó dichtbij geweest, om opnieuw sigaretten te kopen. Terwijl ik achteraf bezien zo blij ben dat ik er niet aan toegegeven heb, maar de e-sigaret als volwaardig alternatief heb gevonden. Een volwaardig alternatief wat op basis van de meest recente onderzoeken in Engeland beschouwd wordt als ten minste 95% minder schadelijk dan de traditionele sigaret.

Ik ben vrij. Eindelijk vrij. Ja, ik gebruik nog steeds nicotine. Uit vrije wil, zeg maar recreatief, alsof het een bak koffie is. En ik voel me er prima bij. Maak het jezelf niet moeilijker dan nodig, want je verkleint daarmee alleen maar je slagingskans, terwijl ik uit ervaring durf te stellen dat als er één middel is wat je nagenoeg moeiteloos van die peuken af kan helpen, het de e-sigaret is.

Het is in het begin even zoeken naar wat het beste bij jou past, want het aanbod is groot: welke liquid je bij de overstap het beste smaakt, welk nicotinegehalte je nodig hebt om de sigaretten te kunnen laten voor wat ze zijn. Maar dat hoort erbij. Het belangrijkste is dat je een effectief systeem vindt om in je nicotinebehoefte te voorzien, maar zonder alle schadelijke stoffen die ze er in de conventionele sigaretten aan toegevoegd hebben. Dat helpt je om te stoppen met roken. Voorgoed. En in het merendeel van gevallen zonder die ontregelende ontwenningsverschijnselen, en daarmee zonder grote risico’s op die onvermijdelijke terugval, waar menigeen voor vreest. De e-sigaret helpt daarbij, als het je niet lukt om abrupt te stoppen met roken.

Ik wens je een soepele overstap naar het leven als niet-roker, zonder volstrekt onnodige (zelf-)kwellingen en zonder de enorme hoeveelheid schadelijke stoffen die de tabaksindustrie toegevoegd heeft aan de traditionele, analoge sigaret. En mocht je hulp nodig hebben, neem dan eens een kijkje op Dampforum.nu. Er zijn volop mensen van harte bereid om je te helpen met de overstap naar een gezonder alternatief!

Vriendelijke groet,

Marco

Marco van Weel

Dampt : 1 jaar en 11 maanden
Rookt(e) : meer dan 25 jaar